De minnelijke schikking of “VSBG”
Begaat u een strafrechtelijke inbreuk, dan betekent dit gelukkig niet automatisch dat u zich zal moeten verantwoorden voor een rechtbank.
Het Openbaar Ministerie heeft o.a. de mogelijkheid om een minnelijke schikking (VSBG), voor te stellen.
Dit kan enkel voor feiten die niet van aard lijken te zijn gestraft te worden met een gevangenisstraf van meer dan twee jaar, of een zwaardere straf, en die geen zware aantasting inhouden van de lichamelijke integriteit.
De term VSBG (in de volksmond vaak “boete” genoemd) staat voor het verval van de strafvordering tegen betaling van een geldsom, en is dus redelijk self-explanatory.
Het Openbaar Ministerie stelt aan de dader een geldsom voor dat deze moet betalen binnen een bepaalde termijn. Wordt het voorgestelde bedrag binnen de vooropgestelde termijn betaald, dan komt de strafvordering voor deze feiten te vervallen en kan de dader hiervoor dus niet meer strafrechtelijk vervolgd en veroordeeld worden.
Deze feiten komen dan ook niet op het uittreksel van uw strafregister te staan.
De schadelijke keerzijde van de VSBG
Hoewel op strafgebied een VSBG vaak interessanter is dan een veroordeling voor een rechtbank, is het toch opletten geblazen.
De betaling van een VSBG impliceert nl. ook dat u de aansprakelijkheid voor de schadelijke gevolgen van deze feiten erkent. De betaling geldt hier als een onweerlegbaar vermoeden van fout.
Door de betaling van de VSBG sluit u dus de deur naar eventuele strafvervolging, maar opent u tegelijkertijd de deur voor schadevergoedingsvorderingen.
Het is dan ook van groot belang het voorwerp van de VSBG nauwkeurig te lezen: welke concrete feiten zijn hierin begrepen?
Is er geen rechtstreekse link met het schadeverwekkend feit, dan kan u nog ontkomen aan het vermoeden van aansprakelijkheid. Dit vermoeden slaat nl. énkel en alleen op de feiten die opgenomen zijn in de VSBG.
Betaalde u bijvoorbeeld een VSBG voor (enkel) het negeren van de voorrang, dan wilt dit niet noodzakelijk zeggen dat u automatisch ook aansprakelijk bent voor het ongeval dat zich nadien voordoet. In dat geval is er nog ruimte om de aansprakelijkheid te betwisten (bv. wanneer het andere voertuig een onvoorzienbare hindernis uitmaakte).
Omvat diezelfde VSBG echter naast het negeren van de voorrang, ook een schending van art. 10.1.3° Wegcode (aanrijden van een voorzienbare hindernis), dan is er geen ontkomen meer aan. De schadelijder kan zijn/haar schade volledig op u verhalen.
Lees de VSBG dus altijd goed na vooraleer u deze betaalt, want u riskeert nadien de rekening gepresenteerd te krijgen.
Voor vragen of bijstand kan u steeds terecht bij ons team van advocaten. Wij helpen u graag verder.